Overslaan en naar de inhoud gaan

Onbekend is onbemind: kritiek op ETF’s is overroepen

Tim Nijsmans, 27-09-2019
Krant cijfers

Trackers of ETF’s komen meer en meer in het nieuws. Dat is een goede zaak. We zien de interesse in het passief beleggen stelselmatig toenemen. In de beleggingswereld blijven de Exchange Traded Funds (ETF’s) een discussiepunt. Het is positief dat beleggers kritisch kijken naar de ontwikkeling van een steeds populairder beleggingsproduct. Het is echter ook duidelijk dat niet alle kritiek terecht is of zelfs start vanuit goede bedoelingen.

De schrik zit er namelijk in bij actieve beheerders (dat is het merendeel van de Belgische banken en beheerders), dat het passieve beheer te veel marktaandeel zou kunnen winnen. In hun actief beheer pogen banken om, door voor bepaalde aandelen en obligaties te kiezen, hun dure beheerkosten terug te verdienen. Dit mislukt vaak en daarom wint passief beleggen terrein bij de klant.  Deze goedkope beleggingsstijl wil het rendement van de beurs evenaren met indexfondsen. Die beursgenoteerde indexfondsen noemt men ook wel eens trackers of Exchange Traded Funds (ETF’s). 

In de Verenigde Staten hebben beheerders de vergoedingen al laten dalen. In België zijn diezelfde beheerskosten nog steeds aan de hoge kant. We zien vanuit de actieve fondsbeheerders tegenwoordig  twee strategieën ontstaan: Langs de ene kant springen sommige banken beperkt mee op de kar. Langs de andere kant neemt de meerderheid een (te) kritische houding aan.   

Het kleine deel van de banken dat het indexbeleggen toepast, heeft dit in een commercieel jasje gestoken. Vele beleggingsfondsen van grootbanken werden (en worden) ook amper actief beheerd. Het is positief dat ze uit de kast komen en resoluut kiezen om indexfondsen aan te bieden. Zou dit onder het motto ‘if you can’t beat them, join them’ zijn? Het blijft echter jammer dat de kosten van deze bancaire indexfondsen opnieuw 200 tot 300% duurder zijn dan de ETF’s die op de beurs noteren.

Bij de kritische benadering zien we 4 grote blokken van opmerkingen. Graag overlopen we met jullie de belangrijkste bedenkingen en zien wat er van aan is:

1.  ETF’s veroorzaken de volgende crash

Een veelgehoorde opmerking is dat de ETF’s, die je heel eenvoudig kan verhandelen op de beurs, een beurscorrectie zouden versterken. De redenering is dat de trackers, die meestal bestaan uit een grote groep aandelen, ook die aandelen moeten verkopen indien beleggers hun trackers of ETF’s buitengooien. Dit is uiteraard een correcte redenering.

Dezelfde redenering kan echter ook gemaakt worden voor beleggingsfondsen, beleggingsverzekeringen (Tak23), pensioenfondsen en aandelen zelf. Bij een beursdaling verkopen beleggers inderdaad hun beleggingen. Indien deze beleggingen bestaan uit verpakte andere beleggingen, dan krijg je extra verkoopdruk. Het is echter onlogisch om daar enkel ETF’s voor te viseren terwijl 90% van de aangeboden beleggingsfondsen bij banken in België net hetzelfde doen.   

2. ETF’s zorgen voor slechte koersen

Een andere klassieke opmerking is dat indexfondsen zorgen voor slechte koersen. In het financiële jargon heet dat ‘price discovery’. Het verhaaltje gaat dat als iedereen dezelfde aandelen koopt omdat deze in de indexen zitten, dan zullen de aandelen buiten de index te goedkoop staan en degene in de index te duur.

Theoretisch zit hier een kern van waarheid in. In de praktijk is het veel genuanceerder: het is namelijk zo dat er honderden verschillende beursindexen zijn. In zo’n index kunnen er duizenden verschillende aandelen zitten. Er zijn indexen die kleine aandelen volgen, middelgrote aandelen of grote aandelen. Daarnaast zijn er indexen die Amerikaanse aandelen volgen of Europese of Aziatische. Er zijn ook indexen die bepaalde sectoren volgen of bepaalde stijlen van beleggen. Het mag duidelijk zijn dat er enorm veel verschillende aandelen in al die ETF’s zitten.   Een tracker bestaat nooit uit een paar aandelen, maar uit een veelheid van honderden, duizenden aandelen.   

De actieve beleggingsfondsen stellen vaak portefeuilles samen van slechts 40 of 50 aandelen. De populairste aandelen van het moment krijgen regelmatig een plaatsje in deze portefeuilles. We weten dat omdat er vaak afkortingen zoals FAANG ontstaan die gretig overgenomen worden door actieve fondsbeheerders, omdat ze vrezen anders de boot te missen.   (FAANG = Facebook, Apple, Amazon, Netflix, Google/Alphabet) 

Studies geven aan dat het marktaandeel van passief beleggen tot 90% zou moeten stijgen om geen correcte koersinformatie meer te krijgen via de beurs. Ik loop veel beleggers tegen het lijf en er is gewoon een natuurlijke drang bij velen om toch via actieve keuzes de beurs proberen te kloppen. Het is onrealistisch om te denken dat actief beleggen ooit zal verdwijnen. Het actieve beheer zal echter zijn toegevoegde waarde beter moeten bewijzen en zijn hoge kosten drastisch moeten doen dalen.

3. ETF’s zijn risicovol

De nagel waar de critici ook graag op hameren is het bestaan van synthetische trackers. Dit zijn ETF’s die niet de onderliggende beleggingen kopen maar een afgeleid product afsluiten. Dit wil zeggen dat de uitgever van de tracker het geld van de tracker ruilt voor de belofte van een andere bank om de prestatie van de beursindex uit te betalen.
Deze zogenaamde swap contracten zijn een risico want afhankelijk van de kredietwaardigheid van die andere bank. Dit is echter geen nieuwe opmerking en is al jarenlang een aandachtspunt voor de sector. Twee wijzigingen hebben al veel van het probleem opgelost.

ETF of trackers

Allereerst is de markt verschoven naar fysieke trackers. Fysiek wil zeggen dat de onderliggende aandelen van de index worden gekocht. Er worden nog amper synthetische trackers uitgegeven. Omwille van MIFID regels en de beperkte vraag naar  synthetische trackers zijn de beleggingen in fysieke trackers veel groter geworden. Deze trend zal zich verder doorzetten in de toekomst.

Ten tweede hebben de uitgevers van synthetische trackers onderpand voorzien voor het geval dat de tegenpartij niet kan betalen. Dit is vaak dagelijks voor 102% van de waarde van de ETF zodat er een marge is bij problemen. De Federal Reserve, centrale bank van Amerika, heeft de markt van synthetische ETF’s al onderzocht in 2017 en kwam toen tot de conclusie dat er geen probleem was. 

Een risico dat aangehaald wordt is de onderliggende liquiditeit van hun beleggingen. Een investering in kleine aandelen of hoogrentende obligaties is altijd al een uitdaging. Het is voor een ETF zeer moeilijk om bepaalde activa te kopen of verkopen als er weinig handel in is. Toch vragen beleggers om juist die trackers te lanceren. Ze vragen dat echter niet alleen voor trackers maar beleggers willen ook beleggingsfondsen die investeren in die moeilijk te verhandelen beleggingen. De reglementering die Europa oplegt is in deze situatie volledig identiek voor fondsen en ETF’s, want die laatsten zijn juridisch uiteraard ook beleggingsfondsen. 
Kan er daar een probleem ontstaan?  Ja, een belegging is nooit risicoloos.   
Is dat een probleem voor heel de beleggingswereld en niet alleen de ETF’s? Absoluut.

De uitdaging voor ETF’s is de liquiditeit op de beurs in moeilijke dagen. Op 99% van de dagen zijn er op het vlak van aan- en verkopen van trackers geen problemen. Er is namelijk het systeem van handelaars op de beurs die constant met scherpe aan- en verkoopkoersen proberen deze trackers te kopen en verkopen. Dit geeft een goede koers en een faire prijs voor de ETF’s . Bij extreme beursbewegingen krijgen deze handelaars vaak heel veel en heel grote orders te verwerken. Dit is voor het kapitaal dat ze ter beschikking hebben op die piekmomenten moeilijk. Vaak kiezen ze op die zeer zeldzame momenten voor een groter verschil (of spread) tussen aan- en verkoopkoersen op de beurs.  Op die momenten kan de waarde van de ETF tijdelijk even afwijken van zijn echte waarde (NAV). 

Er is echter een eenvoudige regel om dit probleem te vermijden het is namelijk nooit interessant om te verkopen in een beurspaniek. Op de weinige dagen met zo’n grote beursturbulentie is het beter om simpelweg af te wachten. Verkoop nooit halsoverkop uw trackers. Dit geldt trouwens evenzeer voor uw aandelen of beleggingsfondsen. Uiteraard test de markt op dat moment het karakter van de belegger.

4. ETF’s controleren het management niet 

Een laatste kritiek is het verwijt dat de ETF uitgevers passieve beleggers zijn en daarom het management van slechte of onethische bedrijven niet zouden confronteren. Dat blijkt niet correct. De grote ETF uitgevers zoals iShares, Vanguard en StateStreet hebben allemaal uitgebreide teams die contact hebben met het management van de beursgenoteerde ondernemingen waar ze in investeren. Het lijkt daarom zelfs diepgaander dan vele Belgische spelers die bijvoorbeeld nog nooit naar een algemene vergadering van een Amerikaans beursgenoteerd bedrijf zijn geweest, waarin ze investeren.

Conclusie

De kritieken op ETF’s of trackers blijken dus overroepen. Ze hebben vaak dezelfde uitdagingen als hun tegenhangers, de actieve fondsen. Het is daarom des te vreemder dat het juist die actieve beheerders zijn die het meeste kritiek spuien.  
Zouden de opmerkingen te maken hebben met de opkomst van passief beleggen? Doen de trackers hen wat zweten? 
We zouden dat bij de Vermogensgids niet slecht vinden. Er is immers nog veel ruimte tot verbetering in de Belgische beleggingswereld.

Wil je ook aan de slag met trackers/ETF’s maar heb je graag meer uitleg? Contacteer ons gerust